We staan op een kantelpunt in softwareontwikkeling. De discussie gaat vaak over welke AI de beste code schrijft (Claude vs. ChatGPT) of waar die AI moet wonen (IDE of CLI). Maar dat is de verkeerde discussie.
Het echte probleem is niet de generatie van code. Het echte probleem is de validatie ervan.
Als we AI omarmen als “Vibe Coders” – waarbij we de intentie aangeven en de AI de uitvoering doet – creëren we een enorme stroom aan nieuwe software. Een zwerm AI-agents kan in één minuut meer code genereren dan een senior developer in een week kan reviewen. De mens is de bottleneck geworden.
De oplossing is niet meer mensen. De oplossing is een AI Design Authority.
Traditioneel is de “Design Authority” een groepje architecten die eens per week of maand bijeenkomt om een ontwerp goed of af te keuren. In een wereld van high-velocity AI development is dat model hopeloos verouderd. Het is te traag en te reactief.
Als we overstappen op “Disposable Code” – software die we niet eindeloos refactoren, maar weggooien en opnieuw genereren als de eisen veranderen – dan verandert onze rol fundamenteel. We zijn geen metselaars meer die steen voor steen leggen. We zijn de architecten van de fabriek die de muren print.
Maar wie controleert of die muren recht staan?
Een AI Design Authority is geen persoon, maar een pijplijn. Een “Gauntlet” waar elke regel gegenereerde code doorheen moet vechten om productie te halen. Dit proces vervangt de menselijke code review niet met niets, maar met iets beters.
Het werkt in drie lagen:
1. De Uitvoerende Macht (De Generatie)
We vragen niet één AI om een oplossing, we vragen er drie. We laten Gemini 3, GPT-5 en een open-source model (zoals Llama) parallel werken aan hetzelfde probleem. Dit voorkomt tunnelvisie en doorbreekt de “luiheid” waar LLM’s soms last van hebben. Deze aanpak is ook wetenschappelijk onderzocht en toont aan dat je AI hallucinatie kan voorkomen en zeer lange ketens kunt bouwen zonder fouten
2. De Harde Filter (De Wet)
Hier is geen discussie mogelijk. Code moet compileren. Linters mogen niet klagen. En cruciaal: de Black Box Tests moeten slagen. We testen niet of de functie intern werkt (dat kan de AI manipuleren), we testen of het systeem aan de buitenkant doet wat het moet doen. Faalt de test? Direct de prullenbak in.
3. De Zachte Filter (De AI Jury)
Dit is de echte innovatie. De overgebleven oplossingen worden voorgelegd aan een gespecialiseerde “Voting AI”. Deze agent schrijft geen code, maar leest code. Hij is getraind op onze architectuurprincipes, security-eisen (OWASP, ISO) en compliance regels (EU AI Act).
Hij stemt: “Oplossing A is sneller, maar Oplossing B is veiliger en volgt onze microservices-architectuur beter.”
De winnaar gaat naar productie.
Dit model dwingt een scheiding der machten af die in veel teams ontbreekt.
project-description.md, rules.md en principles.md), de harde eisen. De architect bepaalt wat we bouwen en waarom.
Het bevrijdt ons van de tirannie van syntax-fouten en laat ons focussen op waar we goed in zijn: Systeemdenken. Waarheidvinding. Structuur en besluitvorming.
De vraag is niet of AI onze code kan schrijven. Dat is al besloten. Code wordt grotendeel disposable.
De vraag is: Durf jij de controle over de uitvoer los te laten, om daarmee controle over de kwaliteit terug te winnen?